bij het boek de Bhâgavata Purâna

"Het Verhaal van de Fortuinlijke"

door KRISHNA -DVAIPÂYANA VYÂSA

Downloads:
Bekijk de volledige tekstbestanden boek voor boek.

Muziekbestanden
Luister naar MIDI en Audio-bestanden van de devotionele muziek

Afbeeldingen
Bekijk al de afbeeldingen van het boek

Links
Vind de oorspronkelijke tekst en vertaling hoofdstuk voor hoofdstuk en andere links




Afbeeldingen Canto 10 deel 4 - pagina 1 - 2 - 3 - 4

Hoofdstuk 74 - 75 - 76 - 77 - 78

 

Hoofdstuk 74: De Rajasűja: Krishna Nummer Een
en S'is'upâla Gedood

(26) Toen de koning de tweemaal geboren zielen dit hoorde zeggen, aanbad hij, blij te weten wat er in de leden van de bijeenkomst omging, overweldigd door liefde Hrishîkes'a ten volle.



(37) Met het achter zich laten van de gronden [van Mathurâ] gezegend door de brahmaanse wijzen, namen Hij en de Zijnen hun toevlucht tot een vesting in zee [10.50: 49] alwaar de brahmaanse orde niet wordt nageleefd [10.57: 30] en bezorgen ze als dieven de mensen veel moeilijkheden [b.v. 10.61].'

(38) De Allerhoogste Heer zei geen stom woord tegen hem die zich bediende van dergelijke en nog meer grove bewoordingen en zijn kansen daardoor had verspeeld. Hij was zo stil als een leeuw tegenover het gehuil van een jakhals. (39) Toen de leden van de vergadering die onverdragelijke kritiek hoorden, bedekten ze hun oren en liepen ze weg terwijl ze de koning van Cedi kwaad vervloekten. (40) Een persoon die niet de plaats verlaat waar men de Opperheer of Zijn toegewijde kritiseert, verspeelt zijn moreel tegoed en zal ten val komen. (41) Toen stonden de zoons van Pându, alsook de Matsya's, Kaikaya's en Srińjaya's, kwaad op, met geheven wapens klaar om S'is'upâla te doden.





Hoofdstuk 75: Het Afronden van de Râjasűya
en Duryodhana Uitgelachen

(14) Mannen en vrouwen die fraai waren opgesierd met sandelhoutpasta, bloemenslingers, juwelen en kleding, besmeurden en besprenkelden elkaar, spelend met verschillende vloeistoffen.



Hoofdstuk 76: De Veldslag tussen S'âlva
en de Vrishni's

(4) De dwaze koning at met die eed slechts eenmaal daags een handje stof, terwijl hij als zijn meester de Heer aanbad die de dierlijke mens beschermt [Pas'upati ofwel S'iva *].




Hoofdstuk 77: Een Einde aan S'âlva en
het Saubha-fort

(37) Nadat de zondaar was gevallen en het Saubhafort door de knots was vernietigd, klonken er pauken in de hemel bespeeld door een schare halfgoden, o Koning. En toen... was het Dantavakra die om zijn vrienden te wreken woedend naar voren stormde.'




Hoofdstuk 78: Dantavakra Gedood en Romaharshana
Geslagen met een Grasspriet

(28) Hoewel Hij op bedevaart was en er dus mee was opgehouden de ongelovigen te doden, deed de Opperheer, nadat Hij dit gezegd had, dat wat onvermijdelijk was geworden. De Heer maakte een einde aan hem met de punt van een grasspriet die Hij in Zijn hand hield.



Kijk voor de © copyright rechten van de individuele schilderijen          
 onderaan het hoofdstuk waar het geplaatst is.         
   





volgende pagina